Panasonic pv-panelen

Lokale subsidies
Sinds 2012 kunnen particulieren geen rijkssubsidie meer aanvragen voor de investering in pv-panelen. Dat betekent echter niet dat er helemaal geen subsidie meer mogelijk is. Lokale overheden hebben eigen duurzaamheidsprogramma’s waar in veel gevallen ook financiële steun in is opgenomen voor pv-installaties bij woonhuizen.



De mogelijkheden, voorwaarden en toe te kennen subsidiebedragen variëren per gemeente. Zo kunnen Amsterdammers tot 8.000 euro subsidie aanvragen als ze hun woning aardgasvrij maken, en bewoners van de provincie Groningen kunnen tot 4.000 euro subsidie voor een warmtepomp of pv-panelen krijgen als compensatie voor aardbevingsschade. De website Energiesubsidiewijzer geeft per gemeente een overzicht van alle mogelijkheden.

Btw aftrekken
Als particulier kun je normaliter geen btw terugvragen, maar bij pv-panelen geldt een uitzondering.  Als een deel van de opgewekte stroom tegen betaling wordt teruggeleverd aan het net (omdat je in de zomer bijvoorbeeld meer stroom opwekt dan gebruikt), word je als particulier voor die teruglevering namelijk beschouwd als ‘ondernemer’.

Van het btw-bedrag dat kan worden teruggevraagd wordt eerst een vast ‘forfaitair’ bedrag per opgewekt vermogen afgetrokken. Daarbij gaat het om vaste bedragen die door de Belastingdienst zijn vastgesteld. Stel dat u 12 Panasonic N335K KURO laat installeren met een totaal vermogen van 4.000 Wattpiek, geldt bijvoorbeeld een forfaitair bedrag van 80 euro. Als voor de panelen plus installatie 1.000 euro aan btw is betaald, kan hiervan dus 920 euro bij de Belastingdienst worden teruggevraagd.

Om een beroep op btw-teruggave te doen, moet je jezelf eerst bij de Belastingdienst aanmelden als ‘ondernemer voor de btw’. Dat klinkt ingewikkelder dan het is: op de website van de belastingdienst vind je hier een formulier voor, met voorbeelden van btw-aangiften. Overigens kunnen ook ‘echte’ btw-ondernemers de btw bij aanschaf van pv-panelen aftrekken, alleen moeten zij daarbij de reguliere btw-regels volgen.

Teruggeleverde stroom salderen
Dankzij de salderingsregeling wordt de pv-stroom die je aan het net teruglevert weggestreept tegen de stroom die je op een ander moment afneemt. Dat ‘afstrepen’ is voor de eigenaar van de panelen lucratief. Door het wegstrepen ontvangt hij voor de aan het net geleverde stroom namelijk de ‘gewone’ elektriciteitsprijs inclusief belastingen; op dit moment (eind 2019) is dat zo’n 22 cent per kWh. Door de salderingsregeling wordt de terugverdientijd van pv-panelen aanzienlijk verkort, in veel gevallen heb je de kosten van aanschaf en installatie er binnen zeven of acht jaar uit.

Overigens geldt dat ‘wegstrepen’ alleen zolang je minder stroom levert dan afneemt. Lever je meer stroom aan het net dan je er van afneemt, dan krijg je over het ‘overschot’ aan teruggeleverde stroom een veel lagere KwH-vergoeding. De hoogte ervan verschilt per energiebedrijf; als je meer levert dan afneemt loont het dus de moeite om de ‘teruglever-vergoedingen’ van leveranciers goed te vergelijken.

Over de salderingsregeling bestond de afgelopen jaren veel onzekerheid. Inmiddels heeft de overheid er een besluit over genomen: de regeling blijft in zijn huidige vorm bestaan, maar wordt vanaf 1 januari 2023 geleidelijk afgebouwd, tot hij in 2031 helemaal stopt. Doordat pv-panelen steeds goedkoper worden, is financiële steun van de overheid steeds minder nodig, is de gedachte hierachter.

Geld lenen
Wie graag pv-panelen op zijn dak heeft, maar niet over de middelen beschikt, zijn er verschillende mogelijkheden om er tegen een aantrekkelijke rente geld voor te lenen. Zo heeft het Nationaal Energiebespaarfonds de Energiebespaarlening voor eigenaren van bestaande woningen. Een van de voorwaarden hiervoor is wel dat naast pv-panelen ook een andere maatregel wordt getroffen, zoals isolatie, of de investering in een warmtepomp.
Daarnaast bieden verschillende banken de mogelijkheid om groene maatregelen tegen een interessante rente op te nemen in de hypotheek. In alle gevallen is het raadzaam om de voorwaarden en rentetarieven goed te vergelijken, en daarbij ook goed naar de kleine lettertjes te kijken.