kwaliteit van Wonen

Als je een huis koopt, zit je er voor een life-time aan vastgebakken. Je hebt niet zoals bij een auto de kans te denken, “oké, dat was een beetje dom, volgende keer beter opletten”. Want zelfs het naar je eigen hand zetten van je bestaande woning kost de nodige kruim. Het is dus echt de moeite waard je goed te verdiepen in de kwaliteit die je van je woning nu, en in de toekomst verwacht.

In wezen zou je een huis met toekomstwaarde willen hebben.

Ben je een jonge starter op de woningmarkt, dan is het misschien zinnig je af te vragen of dat droom paleisje bestand is tegen botsende kinderwagens en een gezellige kindermeute.
Heb je, je kinderen na enige decennia zien aanlanden in hun eigen eerste droomkasteeltje, dan dient zich al gauw de oude dag aan. Is je huis bestand tegen rollator gebruik en de wens om meer uit te vliegen zonder de zorg van dagelijks tuinonderhoud en schoonmaken?

In wezen is elke woonsituatie weer anders en kijkt ieder weer met een andere bril naar de toekomst.
Desondanks is het goed eens te sparren met een deskundige op het gebied van woninginrichting om meer beeld te krijgen van je eigen dromen. Aan de andere kant gaat de realisatie van die woondromen vaak gepaard met breken en bouwen. En de, zoals de Belgen zeggen, gebeurlijke ongelukken en technische problemen. Die kun je dan ook maar beter van te voren in kaart brengen.
Per slot van rekening is bouwen en verbouwen bedoeld om meer woonplezier te krijgen.
Daarnaast is verbouwen meestal een luxe probleem, je hebt er tenslotte de financiële mogelijkheden voor. Al wil je dat geld natuurlijk niet verspillen aan iets dat over een paar jaar een modegril blijkt te zijn. Je wil er kwaliteit van wonen mee winnen.

De Engelsen zeggen “My home is My castle” . Waarmee ze maar willen aangeven dat die woning een fors deel van hun image bepaalt. En dat een woning hoort bij henzelf, tot de dood ons scheidt.
Maar ook in Nederland is voor velen het angstbeeld om op je oude dag nog te moeten verkassen omdat je compleet niet meer uit de voeten kunt. Oude bomen verplaats je tenslotte liever niet.
Het is dan ook heel wat waard om verpleeg- en verzorgingshuis te kunnen ontlopen, bijvoorbeeld omdat de eigen woning daartoe goed is uitgerust.
Het leuke is dat de kwaliteiten die een woning moet bezitten om levensduurbestendig in je eigen woning te kunnen blijven wonen, voor “normale”mensen van alle leeftijden ook heel comfortabel zijn. Het is dan ook een heel geruststellende gedachte als je op het eind van je werkzame leven je woonzaken goed voor elkaar hebt. Een zorg minder voor eventueel later verweduwde levensgezel en nablijvende “kinderen van middelbare leeftijd”. Bovendien zal het straks veel moeilijker worden om goede externe zorg en eventueel verblijf in een verzorgingshuis te kunnen garanderen.
De trend is echter steeds meer dat een verzorgingshuis het uitgiftepunt wordt van zorg op maat aan de omringende bewoners. Van dagelijks hulp bij steunkous aantrekken, het organiseren van trapliften en rollators, tot het tafeltje dekje en de alarmfaciliteit met opgepiepte alarmopvolging bij calamiteiten (middels een domotica-systeem).

Kwaliteit van wonen, daar gaat het om.
Om maar eens een paar kwaliteiten te noemen: een sociaal veilige woonomgeving waar je, je eigen buren nog kent, een woning met een zonnige, beschutte royale buitenwoonkamer (terras of tuin),
energetisch subliem geïsoleerd huis met nulenergiegebruik, nul trede wonen met minstens een masterbedroom en (plek voor ) badkamer op woonkamerniveau, fris- en gezond binnenklimaat